< Terug naar overzicht

Als je om de planeet geeft, is verduurzamen geen vraag

Het toekomstbestendig maken van bestaand vastgoed zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn, zo meldt Peter Luscuere, hoogleraar Building Physics and Services aan TU Delft. Dat licht hij in zijn college ook toe, nadat Margret Brons haar verhaal vertelt hoe complex de opgave in de praktijk is. Want een integrale denk-, werk- en ontwerpwijze klinkt heel logisch, maar blijkt in de praktijk niet altijd eenvoudig. 

 

Margret is al lang werkzaam in de monumentenzorg en vanaf 2014 maakt het familiebedrijf waar zij werkte onderdeel uit van Dijkoraad, raadgevend ingenieursbureau. Het verduurzamen van erfgoed draait wat haar betreft om samenwerken. En dat is niet alleen praten maar vooral ook doen. Een van de meest complicerende factoren als het gaat om erfgoed, is dat erfgoed staat voor de emotie van veel verschillende mensen. Dat lijkt soms veel problemen op te leveren, maar het biedt ook veel kansen. Als er gevoel is, is er betrokkenheid en dan kun je mensen makkelijker meenemen in de planvorming. De belangrijkste aspecten volgens Margret zijn goed en helder opdrachtgeverschap en werken in een multidisciplinair team. Ze toont een aantal praktijkvoorbeelden om dit te illustreren. 

 

In een DBMO consortium met Jongen, Mecanno, ABT heeft Dijkoraad de tender voor de restauratie en de nieuwe uitbreiding van het raadhuis van Heerlen gewonnen. Ze kijkt terug op een geweldig voortraject. Fantastisch team en een goede opzet van de tender door de gemeente met dialoogrondes waar voldoende tijd voor werd genomen en die inhoudelijk veel opleverden. De opgave was de uitbreiding van het raadhuis te slopen en te vervangen, het oude raadhuis van Peutz te restaureren en weer beter te benutten. Het winnende plan voorzag in een nieuwbouwvolume dat 25% kleiner was dan het huidige gebouw en een slimme ondergrondse verbinding tussen de nieuwbouw en het bestaande raadhuis. So far so good. Maar na de gunning werd het aantal mensen dat met de uitwerking aan de gang ging zo groot dat het overzicht kwijt raakte. Het was niet langer mogelijk om integraal te blijven werken waardoor soms trajecten waren ingezet die niet meer te keren waren. Het leverde soms niet de meest optimale oplossingen op. Gelukkig bleek op een aantal momenten het team wel voldoende flexibel om – bijvoorbeeld na asbestonderzoek – andere oplossingen te kiezen voor bijvoorbeeld installaties en techniekruimte. Margret geeft aan dat je je goed moet realiseren dat een DBMO leidt tot andere verhoudingen voor de consortiumleden (onderaannemers van de hoofdaannemer) en de opdrachtgever; dat is niet altijd even makkelijk. Andere voorbeelden illustreren vooral dat particuliere eigenaren vaak weinig onderzoek doen alvorens erfgoed te komen. Dan is er wel alle aandacht voor het businessplan maar niet of de functie bij het gebouw past en of het gebouw de functie wel aan kan. Zij pleit daarom voor tijdig zorgvuldig onderzoek in de breedte van het vak, dus historie, constructie, brandveiligheid etc. Cursisten vullen aan dat een goede monitoring van kosten en opbrengsten ook kan helpen om grip op het project te houden.  

 

Peter Luscuere waarschuwde de cursisten al, nu iets heel anders. De titel van zijn lezing is ‘Voorbij de duurzaamheid en circulariteit’. Hij is ruim 30 jaar hoogleraar naast het feit dat hij al 40 jaar in de bouwpraktijk werkzaam is. Hij gaat de cursisten meenemen naar een andere manier van kijken naar onze planeet. We zullen moeten acteren om de temperatuurstijging een halt toe te roepen en gezien de eindigheid van de beschikbaarheid van materialen. We sturen op dit moment op efficiëntie, naar zijn mening is dit het reduceren van vervelende dingen. Wat we moeten doen is sturen of effectiviteit. Hij wil dat uitdrukken in een positieve footprint: dus wat draag je bij. Zo is de positieve footprint van energie dat je meer hernieuwbare energie opwekt dan wat je nodig hebt, inclusief embodied energy. Met andere woorden, je doet nog meer dan het aflossen van je energieschuld aan de maatschappij. 

 

Het is interessant om zo naar alle elementen van duurzaamheid te kijken. Een positieve footprint voor water is dat de kwaliteit van het water dat je uitstoot beter is dan wat je binnen krijgt. Toekomstmuziek? Dat valt reuze mee. Pharmafilter in Delft kan rioolwater zuiveren tot drinkkwaliteit ook al wordt het als grijs water verkocht. Voor lucht betekent de positieve footprint dat je schonere lucht uitstoot dan je binnenkrijgt. Stop kolencentrales, verminder de uitstoot van transport, gebruik filters en groen in de gebouwde omgeving. 

 

Een minder bekend element is de beperkte hoeveelheid aan technische materialen (denk aan mineralen). Een aantal van die materialen zijn onmisbaar voor de industrie. Eigenlijk is dit een groter probleem dan waar we duurzame energie vandaan halen. Want de bronnen wind en zon zijn oneindig en kunnen we nog veel beter benutten. 

 

Het laatste deel van zijn lezing gaat over waterstof. Het is naar zijn mening onbegrijpelijk dat onze overheid de stap van aardgas naar waterstof niet omarmt. De infrastructuur ligt er voor meer dan 90%; wat moet worden omgebouwd is zeer beperkt. Als je kijkt naar alle mogelijkheden om energie op te slaan is waterstof veruit de beste kanshebber. Onze energiecentrales kunnen all electric niet aan, dus het is zaak om waterstof ook een plek te geven. Het is in zijn ogen onbegrijpelijk dat de subsidies aan fossiele energie maar door blijven gaan. Zo blijft Nederland het slechtst scoren in de wereld en zullen we het klimaatakkoord nooit waar kunnen maken. 

 

Voor de derde keer op rij, zijn we met de NRP Academie op locatie. De colleges en middag workshop worden gehouden in Kantine Walhalla op Katendrecht. De excursie was al door Stefanie Stulen van Dura Vermeer Heyma aangekondigd tijdens haar lezing op 13 april jl.: Fenix 2. De transformatie van een deel van de San Franciscoloodsen in het Landverhuizersmuseum in opdracht van de Stichting Droom en Daad. Bouwhelmen op, veiligheidsschoenen aan en eindelijk weer eens op een bouwplaats. Indrukwekkend groot is de ruimte nu alle tussenwanden en plafonds zijn verwijderd. Al dat beton waar de houten bekisting en reparaties zichtbaar zijn. In het midden is de sparing gemaakt voor de spiraal, de trap naar het dak. Daar een kleine mock up van de spiraal. We krijgen al een beetje een voorproefje van het uitzicht straks, over Wilheminapier, Maas en centrum. Zoals de ontwerper zei: dit was het laatste beeld dat je zag, voordat je naar de VS vertrok. Met de lezing van Margret in ons achterhoofd realiseren we ons dat dit een complexe klus is, maar alle moeite zeker waard. 

fenix22