Leren van verleden en heden voor de toekomst
Bij de start van het NRP Academische jaar is het een traditie om een plek te vinden bij TU Delft, samenwerkingspartner van de NRP Academie. De Bètazaal boven in het voormalige laboratorium van Fysica en Elektrotechniek leent zich hier bij uitstek voor. Qua inrichting is deze zaal misschien minder authentiek dan de naastgelegen oude collegezaal met houten banken, maar de prachtig gebogen gietijzeren spanten in de Bètazaal geven je een hemels gevoel in een academische setting.
Het neogotische gebouw is in 1902-3 gerealiseerd als onderdeel van de eerste grote uitbreiding van wat toen nog heette De Polytechnische School. Het pand is nu in eigendom van DUWO, studentenhuisvester. Het naastgelegen pand – het oude ketelhuis - is van dezelfde architect, Jacobus van Lokhorst. Dat heet nu het Vakwerkhuis. Eigenaar DUWO schreef een prijsvraag uit en Vakwerk Architecten won deze selectie. Niet alleen zijn zij ontwerper van de transformatie, zij zijn ook eigenaar en gebruiker en hebben ‘een plek om samen thuis te werken’ gecreëerd. Dat behelst co-working spaces en vergaderruimten waar ze zelf ook gebruik van maken en een café-restaurant. Felix Dorst en Rikkert van Bellen van architectenbureau Vakwerkhuis leiden ons rond. Zij troffen het pand in een zeer slechte staat aan; het had al geruime tijd leeg gestaan en de bomen groeiden uit het dak. Een ketelhuis is geen eenvoudig pand om te transformeren: grote kelder, grote deuren in de machinekamer, een woning van de machinist, ramen die niet voor werkruimten geschikt zijn. De architecten bij de transformatie keuzes moeten maken. Er is een nieuw ‘arendsnest’ op het gebouw gezet, een extra verdieping onder een nieuw rond dak met veel ramen. Als er grote ingrepen zijn gedaan, zoals nieuwe openingen in bestaande wanden, dan worden die niet afgewerkt zodat het verhaal van de verandering afleesbaar blijft. Overal waar oud en nieuw elkaar ontmoeten is glas gebruikt. In de machinehal is de oude hoogte zichtbaar en is op verschillende niveaus werkruimten gemaakt. Door niet alleen architect maar ook eigenaar van het pand te zijn, kon samen met de aannemer ter plekke oplossingen worden gekozen voor aansluitingen en details. Een hele bijzondere ruimte is net opgeleverd: een glazen vergaderkamer om de oude schoorsteen waarbij de laatste zowel van buiten als van binnen is gerenoveerd. Later op de dag genieten we in het Vakwerkhuis van het diner en werken daar in de avonduren.
Voor het 10e jaar op rij wordt het academisch jaar van de NRP Academie geopend door prof. Hans Boutellier (hoogleraar aan de VU en eigenaar van adviesbureau Studie & strategie). Met de snel veranderende wereld, is dat voor hem geen herhaling van zetten. Nadat iedereen van de corona was bekomen, werden we met de gevolgen van een oorlog in Oekraïne geconfronteerd. Voor het college kan hij putten uit zijn ervaring en de boeken die hij heeft geschreven waaronder ‘Het Nieuwe Westen’ en ‘De Improvisatiemaatschappij’. In dit boek heeft Hans een beeld gegeven van de samenleving zoals hij deze beschouwt. Drie ontwikkelingen zijn daarbij van grote invloed geweest: internationalisering, informatisering en individualisering. We leven nu in een tijd van ‘pragmacratie’. Dit leidt tot de netwerksamenleving waarin wij nu leven: zonder grote verhalen en ideologieën. Veel mensen ervaren dit als complexiteit zonder richting.
Toch is een netwerksamenleving niet zonder structuur, zo geeft Hans weer. De complexiteitswetenschappen laten zien dat er ook ordening zit in complexiteit. Om hier vat op te krijgen heeft Hans de metafoor van de jazz, geïmproviseerde muziek, geïntroduceerd. In tegenstelling tot een georkestreerde samenleving met uitgeschreven partituren voor elke lid van het orkest en een strenge dirigent die iedereen aan de afspraken houdt, zijn er afspraken op toonhoogte en akkoordschema’s met een lichte vorm van leiderschap. Elke muzikant moet kennis, ervaring en vaardigheid hebben. Er is ruimte voor iedereen om te excelleren als hij ook de ander die ruimte gunt. Dan maak je iets wat je nog nooit eerder hebt gehoord.
Een van de keerzijden van deze netwerksamenleving is dat het huidige bestuursmodel van pragmacratie niet het antwoord heeft op alle maatschappelijke vraagstukken. Er is meer nodig dan alleen sturen op efficiency en effectiviteit, marktdenken en handelen naar bevind van zaken. Het is ook maar tot bepaalde hoogte succesvol; een bewijs daarvan was wel het coronabeleid. De pragmacratie begint te piepen en te kraken. De ongelijkheid en het wantrouwen naar en van burgers nemen toe en de politiek is zeer gefragmenteerd. Je zou kunnen spreken van een polycrisis van de westerse samenleving.
Waar je in de 20e eeuw spreekt van ideologieën en sociale collectieven (denk aan de verzuiling) waar de groep de identiteit van het individu vormgaf, staat de 21e eeuw in het teken van ‘dit ben ik en ik zoek mijn collectief/collectieven’. Dit wordt enorm ondersteund door het gebruik van social media. Een wijze om een nieuw verhaal te vinden is door ons op de lange termijn te richten en te werken aan condities om samen te leven, een politieke en morele heroriëntatie. We zijn op zoek naar bezieling (we moeten in iets geloven), bedoeling (richtinggevende praktijken) en betekenis (verhalen, momenten en zwaartepunten).
Continuïteit is daarbij van groot belang, het bepalen van grenzen in combinatie met de veerkracht in de samenleving vanuit waarde gedreven organisaties en wederkerigheid. Met name dat laatste is volgens Hans van belang. De notie van geven, ontvangen, teruggeven en doorgeven gaat ons helpen structuur te vinden in deze complexiteit.
Hans kijkt vanuit het verleden naar het heden; de tweede spreker Justien Marseille, futuroloog (The Future Institute en Hogeschool Rotterdam), kijkt vanuit het heden naar mogelijke toekomsten, kritisch en zonder vrees. Ruim 25 jaar toekomstonderzoek heeft haar geleerd dat toekomsten te voorspellen zijn, het is een wetenschap. We moeten ons bewust zijn van het feit dat wat we niet kennen of ons niet past, door ons brein klein wordt gemaakt. Toch zijn het juist die kleine signalen die voorspellers kunnen zijn van grote veranderingen. De innovators initiëren die veranderingen. Vervolgens worden die opgepakt door de early adopters. Als de risico’s eraf zijn, pakt de early majority het op. En dan houd je nog altijd de groep sceptici over die niet met de trend mee willen gaan, maar daar kun je ook veel van leren. Haar advies is dan ook: let vooral op de kleine veranderingen, de disruptieve innovaties. Nadat de early adopters de innovatie hebben omarmd, vindt meestal een ontwerpslag plaats zodat de innovatie een veel grotere groep aanspreekt.
Een duidelijke trend is dat er een einde komt aan de groei. Jongeren verlaten de economie zoals de baby boomers de kerk verlieten. Waar je vroeger status ontleende aan veel geld hebben, is dat nu niet meer het geval. Het is stoer om weinig geld nodig te hebben. De economie is verzadigd, we hebben genoeg producten. Wellicht kunnen we wel stoppen met produceren. In het NRP Trendboek 2022 wordt ook gesproken over ‘bestaand vastgoed is het geld van de toekomst.’ Het bedrijf Patagonia meldt: earth is now our only shareholder. Je spreekt eerder van het optimaliseren van de winst in plaats van maximaliseren. True pricing is dat de werkelijke en lange termijn kosten in de prijs tot uitdrukking worden gebracht. Denk aan de CO2- footprint, vervoerskosten, ecologische en maatschappelijke kosten zoals bijvoorbeeld gezondheidszorg.
De technologie levert heel veel data op. Met die data weten we veel beter wie wat wanneer nodig heeft; kunnen vraag en aanbod veel beter op elkaar worden afgestemd. Is een markt om te verhandelen eigenlijk niet meer nodig en wordt een winkel een toonzaal. We zijn geneigd om te denken dat innovaties niet snel gaan, maar denk aan de ban op roken. Of bijvoorbeeld hoe snel verkeersaders in groene oasen veranderen.
Als de trend van geld naar waarde doorzet, van winst naar nut, dan kan er een nieuwe economie ontstaan. Je kunt met angst kijken naar het Chinese creditsysteem, maar je kunt er ook van leren. We zijn geneigd om dit te veroordelen als niet democratisch. Maar met de scherpte die we van Justien gewend zijn, vraagt ze hoe democratisch wij in Nederland zijn: eens in de vier jaar gooi je je stem in een kliko! Durf buiten je eigen vakgebied te kijken en leer daarvan. Dat gaat nog een groot aantal innovaties opleveren, zo meldt Justien.