7e leergang NRP Academie van start
Wat is mooier dan met het collegiaal programma het academische jaar van NRP Academie te openen. Dit programma vande NRP Academie biedt cursisten zes ochtenden de kans om hun collega’s gratis kennis te laten maken met deze opleiding voor de renovatie- en transformatieprofessional. De 7eleergang gaat van start met 22 cursisten met hele diverse achtergronden.
Op de eerste dag van de module Vernieuwen zijn we te gast bij TU Delft, naast de stichting NRP partner van de NRP Academie. We zijn in het gebouw BK City.In mei 2008 brandde de voormalige faculteit Bouwkunde - ontwerp van het bureau Van den Broek en Bakema uit 1960 - af. Het gebouw huisvestte 3000 studenten en 800 medewerkers. Binnen vier dagen was de universiteit in samenwerking met veel partijen in staat om in tenten op het terrein werkplekken te realiseren zodat iedereen verder kon. Men moest naarstig op zoek naar nieuwe tijdelijke huisvesting. Het oog viel op het voormalige hoofdgebouw van de TU Delft dat aan Fortis was verkocht om het gebouw te transformeren naar appartementen. Het gebouw heeft overigens nooit gefunctioneerd en werd zelfs niet afgebouwd. De crisis van de jaren 30 was hier debet aan. Het lukte om het gebouw te verwerven en een verbouwingsplan te maken. Negen maanden later konden de eerste medewerkers en studenten inhuizen. Zowel geld als tijd zorgden voor een doelmatig plan. Muren werden eenvoudigweg afgebikt, leidingen zichtbaar opgehangen, met een spaceframe werd een nieuwe aula gebouwd met een tribune van Winy Maas en men kon vooruit. Het gebouw is de gebruikers dierbaar geworden en het is nu de definitieve huisvesting van de faculteit. Afgelopen jaren werden werkzaamheden uitgevoerd om de verduurzaming en het comfort van het gebouw te verbeteren.
Voor de 7ekeer op rij heeft Hans Boutellier, Boutellier (wetenschappelijke directeur Verwey-Jonker instituut en hoogleraar Veiligheid en Veerkracht VU) de leergang geopend. Als sociale wetenschapper fascineert de maatschappij hem. Wij leven nu in een tijd die wordt gekenmerkt door onvoorspelbaarheid en complexiteit. Het lijkt erop dat we maar wat aan rotzooien, maar zit er niet toch een orde in? In het boek ‘De improvisatiemaatschappij’ is het resultaat van zijn onderzoek verwoord.
Wat is nu eigenlijk anders dan jaren geleden? Een drietal zaken, zo geeft Hans Boutellier het weer. Internationalisering, informatisering en individualisering. Dit zijn niet te stuiten tendensen, die niet zo maar voorbij zullen zijn. Wel zien we nu tegenbewegingen ontstaan, clubjes, collectieven en dergelijke die zich niet willen voegen naar deze grote trends. Maar zij zijn natuurlijk wel een reactie hierop. We ervaren geen vanzelfsprekendheid meer, niet zoals bijvoorbeeld ten tijde van de verzuiling (mooi verwoord in zijn boek ‘Het seculier experiment’) toen de maatschappij langs de religies was georganiseerd. We leven in een netwerksamenleving en ervaren complexiteit zonder richting. Dit is te merken aan de onmacht van bestuurders, de handelingsverlegenheid van professionals, de onzekerheid en frustratie onder burgers.
Maar is het chaotisch? Hans Boutellier ging te rade bij de natuurwetenschappen en er blijkt meer structuur in de netwerkmaatschappij dan je denkt. Je zou het een staat van dynamische continuïteit kunnen noemen. Na een gesprek met een jazz gitarist vond hij zijn metafoor voor wat hij de improvisatiemaatschappij is gaan noemen: de jazz. In tegenstelling tot een georkestreerde samenleving met uitgeschreven partituren voor elke lid van het orkest en een strenge dirigent die iedereen aan de afspraken houdt, zijn er afspraken op toonhoogte en akkoordschema’s met een lichte vorm van leiderschap. Elke muzikant moet kennis, ervaring en vaardigheid hebben. Er is ruimte voor een ieder om te excelleren als hij ook de ander die ruimte gunt. En als het goed gaat, klopt het gewoon, zo melden de muzikanten. Dan maak je iets wat je nog nooit eerder heb gehoord.
Dit is geen ideaalbeeld van de maatschappij maar de wijze waarop Hans Boutellier er naar kijkt. Nu zou je kunnen denken dat je niets kunt met de metafoor. Maar in het boekje ‘Lokaal besturen in de improvisatiemaatschappij’ bewijst hij het tegendeel en geeft hij een tiental principes weer die het werken in de improvisatiemaatschappij ondersteunen. En zo kun je toch steun en structuur vinden in de ogenschijnlijke complexiteit zonder richting.
Ter verheldering illustreert Hans Boutellier enkele principes die in zijn boek zijn opgenomen:
- gebruik thema's en principes in plaats van kaders en controle
- bepaling van problemen en kansen in plaats van aanbod of vraag.
- cruciaal belang van wederkerigheid - vertrouwen en afspraken.
Het leidt tot interessante discussies waarbij iedereen eerste de obstakels vindt maar vervolgens ook op zoek gaat naar hoe de improvisatiemaatschappij in Nederland zou kunnen werken.
De tweede spreker geeft voor het eerst college op de NRP Academie. Zij heeft het bedrijf The Future Institute opgericht, wat zij zelf meer een attitude dan een bedrijf noemt. Zij denkt kritisch en zonder vrees na over mogelijke toekomsten. Eerst maakt ze iedereen duidelijk dat we als mensen gewend zijn geen afwijkingen te zien. We zien de mainstream en zien letterlijk en figuurlijk niet wat daar niet bij past. ‘We tend to underestimate the unknown and overestimate the present. ‘
Om te weten wat trends worden, moet je alert zijn op kleine signalen van verandering. Die kunnen grote veranderingen teweegbrengen. De innovators initiëren die veranderingen. Vervolgens worden die opgepakt door de early adopters en de visionairs. Als de risico’s eraf zijn, pakt de early majority het op. En dan houd je nog altijd de groep critici over die niet met de trend mee willen gaan. Dat kan overigens op zijn beurt weer tot een trend leiden, denk aan de herwaardering van vinyl. De verandering van het begrip ‘hospitality’ van exclusieve luxe naar voor toegankelijk voor iedereen – van Hilton naar couchsurfing wat uiteindelijk leidde tot Airbnb.
Aanhakend op de complexiteit waar Hans Boutellier over sprak, moet je op zoek gaan naar de drivers of change. Feiten van nu zijn oorzaken van de veranderingen van de toekomst. Dus vergrijzing is een gegeven, maar je moet onderzoeken hoe jij voor jouw vakgebied hier een antwoord op vindt. Van exploreren naar speculeren. Justien raakt een aantal van de trends even aan:
- Van eeuwig naar even. Vroeger verhuisden we 4-5 keer in ons leven. Nu is dat eerder 15 keer, door scheidingen van ouders, van jezelf e.d. Dat moet iets gaan betekenen voor de manier waarop wij wonen. Dit geldt ook voor werk. Vroeger werkte je lang bij één bedrijf en was je plaatsgebonden doordat het werk plaatsgebonden was (denk aan de industrialisatie). Nu kun je overal werken als je maar met het internet bent verbonden. Mensen zullen op meerdere plekken werken en wonen, tegelijkertijd en naast elkaar. We raken dus los van tijd en plaats. Als de zelfrijdende auto je overal naartoe kan brengen, wordt reistijd werktijd of tijd om te ontspannen.
- Productie komt terug naar de wijk. Urban farming and growing maakt het mogelijk dat ook in stedelijk gebied de productie van voedsel aanwezig zal zijn. Maar ook het 3D printen maakt het mogelijk om in stedelijk gebied zaken te produceren.
Zij sluit af met de toenemende dominantie van technologische uitvindingen. Dat leidt haar inziens niet tot het probleem van werkeloosheid maar naar een onderzoek naar hoe wij onze tijd gaan invullen op een wijze die zorgt voor een bestaan met veiligheid, erkenning en zelfontplooiing.
In de middag gaan de cursisten vier inzendingen van de NRP Gulden Feniks onderzoeken aan de hand van de DESTEP methode onder leiding van prof. Vincent Gruis (Management in the Built Environment, TU Delft). Een mooie basis om te kijken of dit ook werkelijk de projecten van de toekomst zijn.