< Terug naar overzicht

Leren om dromen waar te maken

‘Bos en Lommer wordt steeds populairder’ wordt geroepen. Maar het is nog geen Amsterdam Oost. Duidelijk is dat het in beweging is. Corporaties vernieuwen hun bezit in deze buurt en projectontwikkelaars pakken nu projecten op die ten tijde van de crisis hopeloos leken. Wie had kunnen denken dat het GAK gebouw niet gesloopt zou worden, maar getransformeerd? Dit is een project van een van de huidige cursisten, Cor Brabander (ABT), die als constructeur bij de transformatie betrokken is. Hij leidt de groep rond in het deel waar nu wordt gewerkt. Met helmen op en veiligheid schoenen aan zijn we hem en zijn collega gevolgd op zijn project: het middenschip. De zijbeuken zijn al eerder verkocht en ontwikkeld door AM en nu is ook het middenstuk aan de beurt. Het moment voor de rondleiding is mooi; het skelet ligt volledig bloot. De lichte constructie van staal met dunnen betonnen vloeren zijn goed te zien. Dit gebouw renoveren is best lastig. Op iedere vloer kom je andere dingen tegen, wijzingen in de tijd of een andere constructie i.v.m. de hoogte. Eén van de architecten onder ons gaat juist glimmen: prachtig die kolomstructuur die je alle vrijheid geeft voor de invulling.
 
We zijn vandaag te gast bij MoMa & Co, de onderneming die 3 jaar geleden de tender van Stadgenoot heeft gewonnen om de kelderverdieping van het GAK gebouw nieuw leven te geven. MoMa & Co is de onderneming van Monique Portegies en Marjolein de Haan, voorheen werkzaam bij architectenbureau Heren5. Zij hebben hun droom waar gemaakt door een thuisgevoel te creëren voor bewoners en bedrijven en kunstenaars uit deze buurt. Ze verhuren ruimten aan derden en hebben de horeca onderneming het Wilde Westen aan zich verbonden. Cees Anton de Vries, docent van de NRP Academie, vraagt aan Monique om deel te nemen aan de start van zijn college. De vraag aan de groep is om na het verhaal van Monique aan te geven wat nu de kern van haar verhaal is. Dat blijkt te zijn: een droom, ondernemerschap, het samen met anderen doen, authenticiteit en waarde creëren. Het haakje voor zijn college en workshop is gemaakt. 
 
Gebiedsontwikkeling 3.0, zo vertelt hij, is waar het nu om gaat. En in aanvulling op aanbodsturing (1.0), opportunisme en vraagsturing (2.0) gaat het hierbij om gebiedseigen dynamiek. Aan de hand van een aantal succesverhalen, van Villa Augustus tot Maboneng Precinct in Johannesburg en Cheonggecheon Seoul Zuid Korea, duurzame buurt Eva Lanxmeer in Culemborg. De rode draad in de verhalen is dat ze gedragen werd door een gepassioneerde initiatiefnemer met een droom, die in een organisch proces verbinding maakt met gelijkgestemden en een ketenreactie start die onomkeerbaar is. Men start zonder geld, maar gedurende de rit wordt er waarde voor alle deelnemers gecreëerd.  
 
Cees Anton heeft een algoritme voor gebiedsontwikkeling zoals in de verhalen beschreven: ‘Een persoon die zich sterk maakt voor het verhaal dat klopt voor het gebied als geheel. Eerst met de mensen, dan met de organisaties en vervolgens met de stromen door de schalen heen aanhoudend en lerend.”
 
De cursisten krijgen de opdracht om de casus waar ze aan werken te beschrijven aan de hand van het algoritme. Om meer vat te krijgen op hoe je op deze wijze kunt werken, licht Cees Anton de theorie toe over modus 1 en 2. We zijn gewend te werken in modus 1: het werken vanuit de beheerstand, volgens vaste procedures en regels, waar het gaat om efficiency en GOTIK belangrijk is. Maar als we echt meerwaarde willen creëren moeten we leren in modus 2 te werken. Hier wordt duidelijk dat het niet gaat werken als het niet persoonlijk is, als het niet verbonden is en als het niet driehoekig is. Het driehoekig maken gaat er om dat je het niet alleen kunt. Je hebt iemand nodig die het wil, die initiator, een actor die het kan doen en een ondersteuner die kan helpen. Het gaat vooral om de verbinding tussen deze personen. Het helpt hierbij dat het persoonlijk is, want als het vanuit je buik komt wil iedereen je helpen, maar als je doet wat je baas wil wordt niemand enthousiast. Het is wennen om een project van deze zijde te benaderen. Het is leuk dit te weten, maar hoe ga je op deze manier nu te werk?
 
Als hulpmiddel wordt de 2x2 vragen methodiek aangereikt. Die vragen zijn:
- Wat is er nu voor jou belangrijk en waarom?
- Wanneer ben je tevreden met het resultaat? Wat zie ik dan gebeuren?
- Wie heb je nodig om het samen mee te doen? Wie/wat heb ik daarvoor nodig?
- Wat is dan nu je eerste stap; wat ga ik nu doen?
 
Als je dit in een heldere, beknopte en krachtige taal kunt vertalen, heb je een goede start van je project. Maar het klinkt eenvoudiger dan het is. We zijn gewend te sturen op het ‘wat’ en niet op het ‘waarom’ en dat vraagt een andere techniek en oefening. Je moet leren kleine stappen te maken zodat iedereen mee kan komen en de succesjes te vieren.  Als je het volhoudt, dan vind je op deze manier een weg om je droom waar te maken.
 

gak3

gak4