< Terug naar overzicht

Samen kom je verder

Veel mensen hebben niet het idee dat de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) je partner kan zijn bij het verduurzamen van erfgoed. Hans–Lars Boetes gaat de cursisten uitleggen dat dit toch wel het geval is. Hij is accountmanager Erfgoed en Leefomgeving bij RCE. Nederland heeft 60.000 Rijks- en 40.000 gemeentelijke monumenten naast ruim 400 beschermde dorps- en stadsgezichten. 7% van het grondgebied van Nederland is monument! Er ligt dus een grote verantwoordelijkheid bij RCE om dit erfgoed te behouden en te verduurzamen. Hij onderscheidt drie verschillende lijnen: moeten, willen en kunnen. 

 

‘Moeten’ geeft het kader van de wetgeving aan: de Erfgoedwet voor de bescherming van monumenten en het omgaan met monumenten dat in de Omgevingswet geregeld gaat worden. Daar stelt het Rijk iets tegenover; er is instandhoudingsgeld beschikbaar voor de eigenaren van het private bezit met publieke waarde. Hans-Lars is zich bewust dat het beeld leeft dat er niets kan met monumenten. Maar hij laat voorbeelden zien van gebouwen die doormidden zijn gezaagd, verplaatst, ervoor/erachter/erop/eronder gebouwd en soms is het ook (helaas) gesloopt. Er kan veel met een monument mits er goed over is nagedacht en goed is ontworpen. 

 

‘Willen’ heeft te maken met bewoners die zich druk maken over hun historische omgeving, ze hebben er een mening over en willen gehoord worden. De omgeving kan soms een factor zijn die niet wil dat er iets met het erfgoed gebeurt. Denk aan alle kerken die leegkomen. RCE heeft onderzocht wat monumenten doen op het gebied van economie. Het blijkt dat erfgoed een economische factor van belang is: de waarde is hoger, het heeft een waardeverhogende effect op de omgeving en het zorgt voor een interessant vestigingsklimaat. Het is zo mooi om echt te leren van het verleden. De waterkering in Kampen aan de IJssel laat zien hoe dat kan werken. Niet een hele nieuwe waterkering voor de stadsmuur maken, maar starten met een historische analyse. Blijkt dat de stadsmuur waterkerend was en nog altijd is. Daar waar er gaten in de kering zitten, zijn bewegende oplossingen gemaakt die door een nieuwe gilde in tijden van hoog water op hun plek worden gezet. 

 

‘Kunnen’ is de overtreffende trap van erfgoedzorg: de erfgoedsector als ontwikkelende partner. Hier wordt de geschiedenis als vertrekpunt genomen, maar breder dan het object. Begrijp de logica van de plek. Zo worden er in polders boerderijen op terpen geplaatst, zoals dat vroeger ook gebeurde.  Oude bekensystemen worden hersteld in de Veluwe en dragen bij aan een klimaatrobuustheid van dit gebied. Door de Erfgoeddeals in de regio kan de kennis en ervaring van RCE worden ingezet bij allerlei projecten. RCE zorgt ervoor dat er tools worden ontwikkeld die alle partijen bij het toekomstbestendig maken van monumenten kunnen inzetten. 

 

Rutger Oolbekkink is adviseur urban strategy bij Inbo Architecten en werkt voor NRP als trekker van het programma NRP Forum. Rutger heeft in opdracht van het College van Rijksadviseurs (CRA) vier grote ontwerpprijsvragen opgezet en begeleid. 

 

De vier prijsvragen zijn: a home away from home, who cares, brood en spelen en Panorama Lokaal. Het voert te ver om op alle prijsvragen in te gaan, maar er kan veel van worden geleerd. Uiteindelijk hebben de prijsvragen 728 inzendingen opgeleverd, 69 vervolgopdrachten en 34 winnaars. En daarnaast zijn ook niet winnende teams doorgegaan. Rutger geeft aan dat een prijsvraag start met het reframen van de vraag. Dit biedt de mogelijkheid om de vraagstelling breder te maken waardoor oplossingen bij kunnen dragen aan meer doelen zoals bijvoorbeeld klimaatadaptie en energietransitie. 

 

De vraag is natuurlijk wat met de prijsvragen wordt bereikt. Rutger geeft zelf aan dat het mooi is door bij de serie betrokken te zijn dat je je voortschrijdend inzicht kunt inzetten. Je ervaart waar ontwerpend onderzoek toe kan leiden. In toenemende mate is het gelukt om te sturen op lokale coalities met gedeelde belangen en te zorgen voor een goede ontwerpvraag bij de ontwerpteams. Ook is geleerd dat samenwerking soms een duwtje nodig heeft. Speeddaten (tussen boeren en ontwerpers) en markten (pre-corona) houden zijn manieren om dit te doen. 

 

De waarde van ontwerpend onderzoek met multidisciplinaire teams is dat leidt tot het integrale oplossingen gericht op de lange termijn voor een veel breder vraagstuk dan men aan de voorkant had gedacht. Het leidt kort gezegd tot veel meer win-win-situaties. Het vraagt om een cultuurverandering bij alle partijen. Rust om tot een goede vraagstelling te komen met een goed beeld van de juiste stakeholders. Het durven om andere partijen aan tafel te vragen dan de usual suspects. Het laat ook zien wat de waarde is van ontwerpkracht, het onderzoekende karakter en de kracht van verbeelding. Wat CRA heel goed doet, is inzetten op kennisdeling. Er is een Community of Practice opgericht voor Who Cares en de inzendingen worden breed gedeeld. Voorbeelden hebben een grote waarde. Ze kunnen tenslotte anderen enthousiasmeren om het op een andere wijze op te pakken. In de discussie met de cursisten komt de frustratie van velen naar boven bij tenders in het land. Zoveel energie en kennis wordt daar ingezet door partijen en gaat vervolgens verloren. Dat is in ieder geval anders bij de prijsvragen van CRA. 

 

Digitale excursies kunnen ook een voordeel hebben. Het lukt ons normaal niet makkelijk om woningrenovaties te bezoeken om de eenvoudige reden dat dergelijke complexen niet een hele cursusdag kunnen huisvesten. Maar nu iedereen achter de laptop zit, kan dat nu dus juist wel. Wij zijn te gast bij het project Purmerhoek in Capelle a/d IJssel. Timo Stoopman, teamleider planontwikkeling bestaande bouw bij ERA Contour, neemt ons mee in het ontstaan en vervolgens de renovatie van deze zogenaamde ERA-flat. Er zijn 50 van dergelijke flats gebouwd (11.000 woningen) tussen 1964 en 1973 als antwoord op de grote naoorlogse woningbehoefte. ERA (dat staat voor Eesteren Rationele Aanpak) kwam met een tunnelgietbouwsysteem waar galerijflats gerealiseerd konden worden. Voor die tijd ruime woningen van 80 m2 met een beukmaat van 720-780 cm. De woningen zijn nog altijd geliefd door de ruimte en de vrije indeelbaarheid. Wel was er na 50 jaar een slag nodig wat betreft de duurzaamheid en vond er een renovatie plaats in bewoonde staat. Veel aandacht werd besteed aan de bewoner om tijdens de renovatie het zo goed mogelijk bewoonbaar te houden. 

 

Eigenaar Havensteder heeft het eerste project voor de renovatie van een flat via een aanbesteding op de markt gezet. ERA Contour won deze aanbesteding en na realisatie van dit project werd het ERA team (met Smits Vastgoedzorg)  de vaste partner voor de renovatie. Het lerend vermogen kon daardoor bij elk project worden ingezet. Purmerhoek is de grootste van de ERA flats met 504 woningen. Het kost 1,5 jaar om het gehele gebouw te renoveren. De flat ziet er nu prachtig uit. Het is toch wel zaak om er een keer ter plekke te gaan kijken!

 

ERA2