Schoenmaker kijk verder dan je leest
Net al op de vierde dag van de module Vernieuwen, zijn we nu te gast in een inzending voor NRP Gulden Feniks 2022. Nu zelfs in een van de genomineerde projecten: het Schoenenkwartier in Waalwijk. Het Schoenenkwartier is een nieuw museum en innovatief kenniscentrum voor schoenenontwerp, schoenenproductie en schoenenmode in het centrum van Waalwijk, dé Nederlandse leer- en schoenenstad. Het wil meer zijn dan een schoenenmuseum en met een onderzoeksbibliotheek, workshopruimte, auditorium, laboratorium en café met winkel maken ze dat ook waar. Wilbert, een van de vele vrijwilligers, leidt ons rond en vertelt met passie over de schoenindustrie. Door het schone en kalkarme water in Brabant waren hier van oudsher veel leerlooierijen. Dat trok uiteindelijk ook de schoenindustrie naar dit gebied dat bekend staat als de Langstraat. Wilbert neemt ons mee langs alle machines en handelingen die nodig zijn om van een huid te komen tot een schoen. Vooral wil hij benadrukken dat er geen vee wordt gehouden voor de huiden; het is in feite een afvalproduct van onze zuivelindustrie. Hij laat ons ook nog de tentoonstelling zien ‘Put on your red shoes’ met de schoenen van beroemdheden.
Het Schoenenkwartier is gehuisvest in het voormalig gemeentehuis van Waalwijk, zowel in een deel van het monumentaal gebouwencomplex uit de jaren ’30 van architect Alexander Kropholler als in de uitbreiding van de jaren ’80. Civic architects heeft de transformatie op bijzondere wijze vormgegeven. De cirkels van vijf meter doorsnede in de gestripte oude gevel van de uitbreiding zijn direct de eyecatchers als je de hal betreedt. Met de mooie uitnodigende trap en galerij kun je op speelse wijze door het gebouw heen lopen. Grote ramen geven goed zicht op de oude entree van het gemeentehuis en het plein en het daglicht en de routing maakt het aantrekkelijk om op verschillende manieren door het gebouw te dwalen. De zorgvuldigheid in materiaalgebruik en details vallen op. Zo zitten we in het auditorium op leren kussens op een houten bodem in de vorm van een schoenzool. Het is een hele mooie plek voor een NRP Academie en we werden ook in het café in de watten gelegd door personeel en vrijwilligers.
Uniek van deze dag is dat de cursisten de hele dag les hebben van Cees Anton de Vries van Origame. Hij heeft zijn drijfveer gevonden in de vraag: waarom loopt mijn project nu niet en waar ligt het aan? Zijn workshop gaat over waardesturing. Hij wil de cursisten bewust maken van de twee manieren van denken (modus 1 en 2) zodat zij leren bij hun eigen projecten tussen deze twee manieren te schakelen. Een vraag die direct rondgaat is: wanneer doe je het goed? Die vraag blijkt veel lastiger te beantwoorden dan gedacht. Voor wie doe je het goed en hoe blijft dat in de tijd? De context van project is nu enorm in beweging en dat heeft een grote invloed op de projecten. Cees Anton constateert dat er veel ‘cognitive disonantie’ is: als je iets niet kent dan zie je het ook niet. Als je zelf geen perspectief hebt, dan hoor je de problemen ook niet. Denk bijvoorbeeld aan de boeren en de stikstofproblematiek. Hoe komen we hier doorheen?
Cees Anton hoopt de cursisten hiervoor een aantal handvatten aan te reiken. Hij illustreert dit aan de hand van het voorbeeld 'Water in balans' dat uiteindelijk leidde tot Zundert floreert. De boomkwekers kwamen er niet uit met de boeren, de gemeente, de provincie en de bewoners en het leidde tot grote onenigheid. Cees Anton heeft de groep mensen met elkaar laten verbeelden hoe de toekomst eruit zou zien in 2040 als ze door zouden gaan op de manier zoals ze nu werken. Daarin waren de mensen het verrassend eens: dat zou niet goed gaan. Er zou een enorm tekort aan water ontstaan. Vervolgens is de groep gaan verbeelden zoals ze zouden willen dat hun omgeving er in 2040 uit zou moeten zien en ook daar waren de mensen het snel met elkaar eens. Ze wilden dat alles functioneerde ook bij drie maanden zonder regenval. Beide scenario’s zijn in tekeningen vertaald en die spreken voor zich. Toen werd duidelijk dat het goede scenario alleen mogelijk was als ze samen gingen werken, er samen verantwoordelijkheid voor namen. Het gezamenlijke richtpunt maakte het mogelijk dat iedereen zijn rol wilde pakken.
Een tweede voorbeeld is Marcel. Iemand met een schuld van € 14.000,-, waar 48 organisaties en instellingen zich over buigen en dat uiteindelijk meer dan € 269.000,- kost en uiteindelijk zijn schuld oploopt tot € 19.000,-. Iedereen is doende met waar hij/zij goed in is met de taak waar hij/zij voor staat. Maar wie is nu eigenlijk echt met Marcel bezig? En Marcel komt niet eens toe aan het oplossen van zijn probleem omdat hij met al die instanties in de weer is. Wat helpt om helderheid te krijgen bij dergelijke opgaven is een aantal vragen stellen: Wat is oorzaak en wat is gevolg? Staat het middel of de opgave centraal? Zijn we ons bewust van de context?
De handreiking die Cees Anton doet, is de cursisten dat er een andere manier van werken is als je merkt dat doorgaan zoals je het deed, je niet verder brengt.
Modus 1 en modus 2
Modus 1 doet zich voor wanneer duidelijk is wat er moet gebeuren en alle middelen voor handen zijn. Dan spreken we van toegevoegde dynamiek en aanbodsturing. Dit is de wijze waarop veel techneuten zijn opgeleid en werken. Modus 2 is wanneer (nog) niet duidelijk is wat er moet gebeuren en je anderen nodig hebt om je doelen te bereiken. Dit kenmerkt zich door gebiedseigen dynamiek en coproductie. We zijn van gewend te werken in modus 1: het werken vanuit de beheersstand, volgens vaste procedures en regels, waar het om efficiency gaat. Maar als we echt meerwaarde willen creëren, denk aan de vele ambities inzake duurzaamheid, dan moeten we leren ook in modus 2 te werken. Hier wordt duidelijk dat het niet gaat werken als het niet persoonlijk is, als het niet verbonden is en als het niet driehoekig is (zie maak driehoeken). Dit wordt verbeeld in een algoritme. Aan de hand van eigen casuïstiek neemt Cees Anton de cursisten mee om kennis te maken met een aantal tools.
Maak driehoeken
De basis van driehoeken maken is je realiseren dat je het niet alleen kunt. Je hebt iemand nodig die het wil, die initiator, een actor die het kan doen en een ondersteuner die helpt. Het gaat vooral om de verbinding tussen deze personen. Het helpt hierbij dat het persoonlijk is, want als het vanuit je buik komt wil iedereen je helpen, maar als je doet wat je baas wil wordt niemand enthousiast. Het is wennen om een project van deze zijde te benaderen. Het is leuk dit te weten, maar hoe ga je op deze manier nu te werk?
2 x 2 vragen
In netwerken doen mensen enthousiast mee wanneer ze wederkerigheid ervaren. Netwerken worden en blijven productief wanneer ze het ontwikkelen in het DNA hebben. De vaardigheden die je daarvoor nodig hebt, zijn: focussen, verbinden en communiceren. Ontwikkelgesprekken kun je voeren langs de lijn van 2 x 2 vragen:
- Wat is er nu voor jou belangrijk en waarom?
- Wanneer ben je tevreden over het resultaat? Wat zie ik dan gebeuren?
- Wie heb je nodig om het samen mee te doen? Wie/wat heb ik daarvoor nodig?
- Wat is dan nu je eerste stap; wat ga ik nu doen?
Formeer een ondernemende groep
Zorg dat je een ondernemende groep mensen hebben die belang hebben bij het project. Ze moeten dat ze uit de vergaderstand en in de doestand komen. Samen werken naar een gedragen doel helpt en de ‘2x 2 vragen’ helpt om verantwoordelijkheid te nemen.
Er zijn mooie inspirerende projecten van mensen die hun droom waarmaken. Hele verschillende projecten. Zoals Eva Lanxmeer in Culemborg (duurzame woonwijk), de Villa Augustus in Dordrecht (hotel, restaurant met productietuin), Maboneng precint in Johannesberg (een veilige buurt), Cheongyecheon Seoul in Zuid Korea (rivier weer tevoorschijn halen). Cees Anton hoopt dat hij projecten van de cursisten aan deze lijst kan toevoegen.