< Terug naar overzicht

Tussen hoop en vrees

Wet- en regelgeving. Als je de woorden hardop uitspreekt, begint iedereen al te zuchten. Zelden een positieve reactie. In het veld van renovatie en transformatie ervaren de meeste spelers in het veld de beperkingen van wet- en regelgeving. We worden met de neus gedrukt op wat niet kan, terwijl de haalbaarheid wordt bepaald door wat wel kan. Vandaag staat in het teken van wet- en regelgeving, want het is voortdurend in ontwikkeling. 

 

We starten met een college over de Omgevingswet. De wet die er als maar niet lijkt te komen, maar geagendeerd staat om per 1 januari 2022 in te gaan. Het hangt nog op het akkoord van de Eerste Kamer. Friso de Zeeuw, emeritus hoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en lid van het Expertteam Woningbouw voor het ministerie van BZK, is de eerste spreker over de Omgevingswet. Hij geeft zijn lezing de ondertitel ‘Tussen hoop en vrees’ mee. De ambities waren goed: meer samenhang in wet- en regelgeving, meer participatie, meer ruimte voor initiatieven, meer vertrouwen. Om dit voor elkaar te krijgen, heb je meer nodig dan alleen een nieuwe wet en voorschriften, zo vertelt Friso. Het vraagt om een nieuwe houding, een cultuurverandering. Niets mis met dat laatste en het voordeel is dat je daar direct mee kunt beginnen. Maar nieuwe wetgeving is niet zomaar geregeld en er zijn wel wat kanttekeningen bij te plaatsen. Elke belofte van minder regels heeft tot op heden tot meer regels geleid. En daarnaast gaan we wat makkelijk voorbij aan de dilemma’s die er nog altijd zijn. Op het hogere abstractieniveau van de wet waren die nog niet zo duidelijk maar bij de voorschriften en amvb’s (die door techneuten worden geschreven) voel je dat we nog geen oplossing hebben voor deze dilemma’s. Meer ruimte voor initiatieven verhoudt zich lastig met meer zekerheid voor burgers, om maar een voorbeeld te noemen. Volgens Friso komt dit voort uit het feit dat het idee voor de Omgevingswet is ontstaan na de vastgoedcrisis. Toen was er behoefte aan flexibiliteit en globale bestemmingsplannen. Elk initiatief kon snel op steun rekenen. Maar nu zitten we in een tijd van hoog conjunctuur en moeten de vele initiatieven op elkaar afgestemd worden. 

 

Cultuur en houding verander je niet snel. Friso kent vanuit zijn werk voor het expertteam grote verschillen tussen gemeenten. Een aantal gemeenten heeft de verandering omarmd om echt vorm te geven aan uitnodigingsplanologie. Anderen stranden in een enorme bureaucratie. Wat de Omgevingswet niet aan duidelijkheid biedt, is hoe gemeenteraden met de grotere ruimte die wordt geboden moeten omgaan. Wat is en blijft hun rol? VNG, IPO en Eenvoudig Beter bieden kanalen die veel tips geven op weg naar de nieuwe Omgevingswet. Maar er komt veel bij kijken. Er is al geruime tijd een ondercapaciteit bij de gemeenten. Het vraagt om een andere rol, andere kwaliteiten. Maar ook om kwantiteit daar het aantal initiatieven (wellicht mede door corona) enorm toeneemt. Door veel participatie kan daar ook nog eens een arbitrerende rol bijkomen. De komende periode wordt nog getekend door onzekerheid. Of de digitale systemen (DSO) werken en alle gemeenten er toegang toe hebben. Wat het overgangsrecht zal inhouden en hoe de verschillende gemeenten in de wedstrijd zitten. Friso adviseert daarom ook maar om zo snel mogelijk de initiatieven in te dienen, hoewel de ambtenaren een tsunami aan aanvragen natuurlijk helemaal niet aan kunnen. Op de vraag of we hier aan hadden moeten beginnen, antwoordt Friso dat dat een terechte vraag is. Maar nu kunnen we er alleen nog maar het beste van hopen. 

 

Kim Verschuren (Diep) geeft met haar lezing aan dat er bij bepaalde gemeenten wel reden tot hoop is. Het verhaal van Friso is herkenbaar, zeker als het gaat over de capaciteit bij de gemeenten. Zij is nu twee jaar ingehuurd voor de gemeente Raalte om de organisatie klaar te stomen voor de Omgevingswet. De gemeente Raalte heeft dat voortvarend opgepakt. Hoewel de gemeente weet dat ze nog niet op korte termijn een omgevingsplan hebben, hebben ze door middel van uitgebreide participatie gewerkt aan de weg daar naartoe. Hoe de gemeente dat heeft aangepakt? Met de bewoners zijn de ambtenaren in Heino gaan fietsen langs gemeentelijke eigendommen met de vraag: zou je hier willen wonen. Ook via een digitaal systeem konden mensen hun voorkeuren aangeven. Dit advies is al aan het college en gemeenteraad voorgelegd. De gemeente heeft gewerkt met ‘luistervinken’. 25 ambtenaren zijn de straat op gegaan, naar snackbars, in de buurten om mensen te bevragen over wat zij belangrijk vinden voor de toekomst van hun gemeente. Ook dit is vervolgens online gedaan waardoor er input is opgehaald van 1000 bewoners. Dat was nog niet genoeg. Men heeft gevraagd aan de inwoners of men visiemaker wilde zijn. 110 mensen hebben zich hiervoor aangemeld en hebben samen met de gemeente gewerkt aan Horizon 2040. De inhoud werd opgehaald tijdens verschillende bijeenkomsten (pre corona). Voordat dit document aan de raad ter vaststelling werd aangeboden, mochten de visiemakers het nog toetsen. Het document is in het najaar 2020 vastgesteld. Dan ben je er natuurlijk nog niet. Men stelt nu ruimtecoaches aan. Nieuwe ambtenaren die de brug moeten slaan tussen de bewoners, de ondernemers en de gemeente (zowel collega ambtenaren als bestuur). Een kritische kanttekening van Frisco mocht niet ontbreken: ‘je mag wel hopen dat deze mensen de potentie en het gezag hebben om het gemeentelijk apparaat met al zijn afdelingen tot orde te roepen, anders verandert er niets.’ Dit weerhoudt Kim er niet van om hoop te houden. 

 

Naast hoop is volharding van belang bij het realiseren van complexe transformatie opgaven. Het is niet vreemd dat de marktpartijen niet in de rij staan om een voormalige energiecentrale, gelegen op een bedrijventerrein (milieucategorie 5) met monumentaal vastgoed aan te kopen. Dan stapelen de beperkingen voor herontwikkeling zich wel heel snel op. Dat zijn de projecten waar de stichting BOEi wel instapt. Onze virtuele rondleiding vandaag wordt verzorgd door Finn Dudok van Heel, ontwikkelaar bij BOEi en we zijn te gast op de Dongecentrale in Geertruidenberg. Hier waren we met de NRP Academie op 1 oktober 2019 ook al te gast en een foto van die dag prijkt op de voorkant van de brochure van de NRP Academie 2021. Er is ondertussen al veel gebeurd. Als je de centrale in Geertruidenberg noemt, denkt iedereen aan de hoge koeltoren die het dorp domineert. Maar dat is de Amercentrale, de opvolger van de Dongecentrale. We krijgen een film te zien waarin Finn een toelichting geeft op het complex. Jan Blankensteijn, bouwkundige, geeft een toelichting geeft op het eerste gerealiseerde project: de renovatie van het kantoorgebouw uit de jaren ’50, een gemeentelijk monument. Daar is nu een advocatenkantoor in gevestigd en andere kleine bedrijven. De renovatie maakte het mogelijk om dit gebouw weer in oude luister te herstellen. Alle vloeren werden uit het atrium verwijderd en nu spoelt het daglicht weer het hele gebouw in. 

 

Even terug naar de geschiedenis. Na de 1e WO besloot de overheid om centraal energie op te wekken en deze vervolgens te distribueren. De Dongecentrale is in 1919 gebouwd als eerste elektriciteitscentrale in Brabant. De industrie nam toe in Brabant en daarmee ook de energiebehoefte. Geertruidenberg lag centraal in het land op een knooppunt van infrastructuur en water. Het werd in 1928 uitgebreid en bleef in dienst tot 2010. In 1977 veranderde het van een kolengestookte naar een gasgestookte centrale. Het terrein is direct aan de Donge gelegen. Er staan vier gebouwen: een centrale en filterhuis, beide Rijksmonument, een kantoor en een zevental dienstwoningen. De provincie Noord-Brabant en BOEi hebben in 2012 de centrale voor € 1,- gekocht omdat dit complex zo’n belangrijke rol heeft gehad in de geschiedenis van de energieopwekking en -distributie in Nederland. Het bestemmingsplan geeft geen ruimte voor wonen, scholen e.d. en de milieucontouren van de omliggende gebouwen moeten worden gerespecteerd. Er kan wel gebruik worden gemaakt van tijdelijk gebruik dat maximaal 10 jaar is toegestaan. Finn meldt heel blij te zijn dat een evenementenorganisatie zich heeft gemeld om zich hier te vestigen zodat hier straks evenementen kunnen worden gehouden voor maximaal 250 mensen. Een voordeel van een dergelijke functie is ook dat er dan niet veel ingrepen aan het gebouw hoeven te worden gedaan en dan zijn de investeringen binnen 10 jaar ook terug te verdienen. Laveren tussen de regels, op zoek gaan naar wat het beste past. Dat is de les die Finn de cursisten op deze laatste dag van de module Vernieuwen meegeeft. 

donge2