Verbinden aan de Waal
Schot in de roos om vandaag met het thema Verbinden in het gebouw Vasim te zijn, op het Nyma terrein in Nijmegen. Een van de genomineerden voor de NRP Gulden Feniks 2022. We worden rondgeleid door Eric-Jan de Rooij van projectontwikkelaar Lingotto. De gronden van de voormalige kunstzijdespinnerij NYMA (Nijmegen Maastricht) zijn door de gemeente opgekocht om de nieuwe brug over de Waal te realiseren. De Generaal James Gavinbrug – die in de volksmond de Oversteek heet – is in 2015 opgeleverd en zorgde ervoor dat de westzijde van de stad beter was verbonden met de overkant van de rivier. Dit viel samen met het project ‘Ruimte voor de rivier’ dat een extra watergang en een eiland heeft opgeleverd aan de noordoever van de Waal. De gemeente had een transformatiekader opgesteld voor het gebied en Lingotto kwam hierbij als winnaar uit de bus. Het gebouw waar we onze collegedag doorbrengen, Vasim, was de naoorlogse uitbreiding van de kunstzijdespinnerij, mede tot stand gekomen door Marhallhulp. Het is een gebouw met een bijzondere constructie met hoge betonnen schaaldaken. In de jaren ’70 ging de fabriek failliet en is er een vliegas en sintel maatschappij (Vasim) in gekomen. In 2000 verlieten zij het complex en kocht de gemeente het aan. Er zijn bruikleenovereenkomsten gesloten met partijen voor het tijdelijke gebruik van de locatie en de gebouwen waardoor de plek in gebruik bleef.
De intentie van de gemeente was om deze plek voor evenementen te behouden voor de stad en tevens een goede invulling met reuring te realiseren in het pand Vasim. Door de ligging van het pand in de gedempte Kolk zijn er twee maaivelden. Hier is bij de herontwikkeling goed gebruik van gemaakt. De oost- en westentree liggen laag en vormen een goede verbinding met stad aan de ene zijde en het huidige parkeerterrein aan de andere zijde. De NYMA makersplaats ligt op de dijk en daar tegenover is de noord-ontsluiting. Het midden van het gebouw is een ‘verkeersstrook’ dwars door het gebouw met trappen, dat tevens fungeert als lobby waarin je elkaar kunt ontmoeten of kleinschalige events kunt realiseren. Op hoofdlijnen is de indeling als volgt: aan de zuidzijde zijn grote hallen gemaakt, geschikt voor events. Aan de noordzijde is het gebouw ingevuld met Werkstad: met houtbouw zijn kleinere ruimten gemaakt voor de met name de creatieve sector. Verder zijn er ruimten voor horeca en de boksfabriek. Ondernemers konden hun ondernemingsplannen bij Lingotto inleveren en de 50 meest haalbare zijn geselecteerd. De huur is berekend om wat deze initiatiefnemers gemiddeld konden betalen. Met de gemeente is vastgelegd da 25% van de ruimten voor een aanvangshuur worden aangeboden om de creatieve sector langdurig hier een plek te kunnen geven. Het gebouw op de dijk, NYMA makersplaats, wordt door een collectief van ‘makers’ (vele van de ‘Honig’) herontwikkeld. Het ontwerp van de buitenruimte is van ZUS. Eric-Jan vindt dit een spannend traject. Het thema is ‘urban rewilding’, passend bij de ruwheid van dit gebied. Daarvoor worden plekken uit het asfalt gezaagd en laat de natuur hier zijn gang gaan. Door de contacten die Lingotto in de stad heeft opgebouwd, heeft het collectief van ondernemers dat op het naastgelegen Honig terrein contact met hen opgezocht om de gebouwen die wel op deze plek worden gehandhaafd te transformeren. Een mooi voorbeeld van wat goed verbinden kan opleveren.
De eerste spreker van de dag is Jean-Paul Hitipeuw. Afgestudeerd als architect op TU Delft, werkzaam geweest bij architectenbureaus in de Verenigde Staten, ING real estate en MAB heeft hij a 10 jaar gelegen een eigen bureau opgericht, Urban Codes. Hij vond het een interessante vraag om vanuit zijn ervaring te kijken naar verbinden. Hij poneert daarvoor een aantal stellingen waar aan het einde van zijn lezing over wordt gediscussieerd. Een van de zaken die hem opvalt is dat we in silo’s naast elkaar werken en dat opleidingen daar ook toe aanzetten. In een architectenblad wordt de ontwikkelaar niet genoemd, in Vastgoedmarkt de architect niet. En de foto’s van iconische gebouwen zijn altijd zonder mensen, terwijl ze voor hen zijn gebouwd. Hoe kun je de ander beter leren kennen en onderdeel laten uitmaken van de gezamenlijke wereld? Samen met studenten van TU Delft heeft hij onderzoek gedaan naar het Post65 bezit van Ymere, gebouwen die tussen 1965-1980 zijn gebouwd. Dat maakt 30% uit van het bezit en ook ongeveer van de woningen in Nederland. Het Rijk heeft een verkenning gemaakt wat de (culturele) waarde is van gebouwen uit deze periode. Met de studenten is de waardering van een deel van het Post65 bezit van Ymere in beeld gebracht. Zowel van de professionals als de bewoners en gebruikers. Wat blijkt: de beleving loopt behoorlijk uiteen.
De botsing van inzichten werd duidelijk bij een opdracht van de gemeente Amsterdam naar de beleving van een aantal pleinen in het uitgaansgebied. Hij maakte een kaart, geïnspireerd door Jan Rothuizen, waar de harde en zachte waarden naast elkaar zichtbaar waren. Voor UN Habitat heeft hij een tool ontwikkeld om meer grip te krijgen op de 17 abstracte Sustainable Development Goals. Dit is een methodiek die hij bij een project in Myanmar voor het duurzame verstedelijkingsproject van UN Habitat heeft toegepast. Met de mensen van de straat en de gemeente lukt het om gezamenlijk te komen tot projecten als voorbereiding op het maken van een masterplan voor de stad Yangon. Helaas is het plan om zeep geholpen door de militaire coup in februari 2021.
Zijn conclusie over verbinden is dat er kennis, casting (wie past bij je opgave), empatisch vermogen, wil en moed nodig is. Door middel van een gezamenlijke stip op de horizon en integraal en holistisch denken en de inzet van ontwerp- en verbeeldingskracht kunnen we er samen komen. Maar het is en blijft altijd mensenwerk.
De tweede spreker was Erna van Holland, COB-WEB advies, programmamanager NRP Academie en tevens schrijver dan deze artikelen. Mijn lezing ging over mijn eigen zoektocht naar nieuwe producten om in participatie aan plannen te werken. Naar mijn mening is het heel zinvol om samen met anderen te werken aan het maken van producten in plaats van mensen te laten reageren op producten die door professionals te doen gebruikelijk worden gemaakt. Het is dan zinvol andere type producten te maken dan masterplannen of stedenbouwkundige plannen. Dat biedt ook meer vrijheid, zowel in vorm als in status. Aan de hand van drie voorbeelden van gebiedsontwikkeling heb ik geprobeerd duidelijk te maken wat de meerwaarde is van het gelijktijdig samen werken van professionals, gemeente, omwonenden, belanghebbenden en belangstellenden aan deze producten. Die producten zijn een brandsheet of ID-card en een spelregel- of participatiekaart. Een brandsheet of ID-card is een soort paspoort voor de toekomst van een plek. Het bestaat uit een set kernwaarden die met beelden en een verhaal worden toegelicht. Elk initiatief moet een voldoende scoren op alle kernwaarden. Het interessante van een dergelijke ID-card is dat het geen programma kent en daardoor ongevoelig is voor verandering in de markt. Het geeft geen oplossingen maar een richting voor de toekomst. Een spelregelkaart is gedetailleerder dan een masterplan en minder gedetailleerd dan een stedenbouwkundig plan. De mensen die aan de spelregelkaart bepalen zelf wat op de kaart komt. Als zij bijvoorbeeld ongerust zijn over de hondenuitlaatplaatsen, dan kan dat op deze kaart vroeg in het proces een plek krijgen. Onderzoeksopdrachten kunnen worden geformuleerd om alternatieven af te wegen. Aan de hand van de projecten Strijp R in Eindhoven, Huize Bijdorp in Voorschoten (huidig klooster) en 222 woningen in ’t Zand in Middelburg heb ik deze producten geïllustreerd. Het werken aan een gezamenlijk product levert eigenaarschap op van de deelnemers en legt een fundament voor draagvlak. Het verbindt de mensen onderling en met het project. Een betere start kun je je niet wensen.
In de middag is het de beurt aan Ariane van Heiningen om iedereen mee te nemen in goed luisteren, echte vragen stellen gebaseerd op de werkwijze van Socrates.