Verduurzamen dag 2 bij faculteit Tandheelkunde Nijmegen
De tweede dag van de Module Verduurzamen bracht ons naar Nijmegen. Om precies te zijn bij de faculteit Tandheelkunde. Een volledig getransformeerd betonnen kolos, dat nu zowel onderwijs als de praktijk huisvest. In de ruime, lichte, centrale hal kun je in de ‘poetsruimte’ je tandenpoetsen, wachten op een bezoek aan een van de vele behandelkamers, of met je mede studenten overleggen, studeren en samen werken. Bij de lift wordt je op een erg leuke, positieve manier gestimuleerd om de trap te nemen.
Bij de transformatie van het gebouw van de faculteit Tandheelkunde heeft architectenbureau INBO een belangrijke rol gespeeld. Bert van Breugel, partner/bestuurder van dit bureau is de eerste spreker van de dag. In zijn lezing neemt hij ons mee in de dilemma’s bij renovatie aan de hand van een andere opgave van INBO. NHTV heeft het kloostergebouw in Breda gekocht. Dit ligt naast het huidige hoofdgebouw van de Hogeschool. Zo ontstaat de mogelijkheid alle academies plus bestuurs- en stafdiensten op één locatie te realiseren. Dit biedt de mogelijkheid elkaar te inspireren en kennis uit te wisselen. Het campusterrein wordt gevormd door het huidige perceel van NHTV, het perceel van het klooster, het perceel aan de Beverweg en de hiertussen gelegen openbare ruimte. De ontwikkeling van de NHTV Campus is een grootschalig project dat een aantal jaren gaat duren. De planning is dat de NHTV Campus in 2020 gerealiseerd is. De Hogeschool moet deel uit gaan maken van een groen landschap. Dit betekent dat het aantal parkeerplaatsen afneemt met 500 en naar de randen van de locatie verschuiven. Zo ontstaat er tussen de gebouwen ruimte om een groen ontmoetingsgebied te realiseren.
De vijf academies van NHTV krijgen een herkenbare plek op de campus. Zij hebben 7500 studenten en 800 medewerkers. Er komt een centrale ontmoetingsplek, waar een belangrijk deel van de gemeenschappelijke activiteiten plaatsvindt. De academies Hotel, Facility en Toerisme verhuizen naar het voormalige klooster. Op de begane grond komen onder meer de mediatheek, een restaurant, winkeltjes en de servicedesk. Het kloostercomplex, dat Maria Mater Dei heet, is in 1952 gebouwd voor de Congregatie van de zusters Franciscanessen ‘Alles voor Allen’. Het pand is eind jaren tachtig verbouwd. Het imposante hoofdgebouw heeft een carrévorm; rondom een grote binnentuin bevinden zich de drie verdiepingen hoge gebouwen. Twee van de bestaande binnenhoven worden overkapt. Zo worden veel meters en een totaal andere beleving aan het klooster toegevoegd. Uitdaging was de renovatie van het bestaande bestuursgebouw. De architect van dit gebouw was het oneens met de plannen van INBO en begon een rechtszaak tegen hen. INBO kon duidelijk maken dat dit gebouw niet meer voldeed aan het nieuwe programma van eisen en zo kon de renovatie doorgaan. Dit hield in dat het gebouw min of meer gedotterd is en het intern weer goed werkt. Zo zijn de collegezalen verplaats naar de begane grond en is het transport door de school verhelderd.
De tweede spreker van deze ochtend is Nicholas Clarke, docent heritage & architecture aan de TU Delft. Zijn passie voor erfgoed straalt van hem af en zijn enthousiasme is aanstekelijk. Hij vertelt: "Nederland is een erfgoedland. Amsterdam heeft zelfs een eigen erfgoedspel, Patrimonia, waarbij je door de Amsterdamse grachten ‘vaart’ en je van alles te weten komt over de prachtige monumenten van de stad Amsterdam." Verduurzaming van monumenten is heel belangrijk geworden in erfgoedland. Hoe dit gebeurt, wordt beslist op ‘waarden’ en dat heeft consequenties. Ieder persoon ziet andere dingen als waardevol en dus is het zo subjectief. Zelfs onder toezicht van het RCE kan de waardebepaling van een gebouw veranderen. De vraag is nu: Hoe ga je om met die verschillende perspectieven in waarden?
Als voorbeeld geeft Nicholas Landlust uit Amsterdam, ook Gulden Feniks. Koningsvrouwen is op de monumentenlijst gekomen omdat ze dachten dat het van een andere architect (Kartsen) was. Heeft alles te maken met wat men dacht dat waarde was. En na een proef met het schoonmaken van de gevel is besloten dat dit niet mocht omdat het de ‘waarde’ van het gebouw aantastte en dus is de gevel hetzelfde gebleven. Een tweede gebouw (identiek maar niet van Merckelbach) is heel anders gerenoveerd, met isolatie en steen strips. Een heel mooi resultaat. De vraag of je er geen spijt van zal hebben in de toekomst is natuurlijk niet te voorspellen. Of een ingreep herstelbaar is, hoe zijn de details uitgewerkt? Dat is bij verschuivende waardebepaling van belang. In de Erfgoedwet wordt gesproken over schoonheid, betekenis voor de wetenschap en cultuurhistorische waarde. Maar als architect kun je hier niet veel mee. ‘Waarden’ zijn door het collectief gedefinieerd en zijn altijd flexibel, dit moeten we aanvaarden. Belangrijk aspect als het gaat om waardestelling: het is niet een som van de onderdelen, maar het gaat om een value statement.
Veranderingen moeten aansluiten op behoefte van heden zonder vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. (Definitie Bruntlandt). Denk bij het verduurzamen van erfgoed aan het duurzaamheidsprincipe: Do as much as is neccesary and as little as possible! Om te komen tot een waardering van erfgoed geeft Nicholas een aantal hele bruikbare handvaten. Om te kunnen waarderen volg je de stappen van: analyse, synthese, evaluatie en waarderen.
Tijdens de rondleiding in het gebouw van Tandheelkunde konden de cursisten al veel analyseren en dit gebeurde met grote waardering!