Verduurzamen van waardevol erfgoed
De eerste dag van de Module Verduurzamen bevinden we ons in Nijmegen bij de faculteit Tandheelkunde. Een volledig getransformeerde betonnen gebouw waarin zowel onderwijs als praktijk plaatsvindt. In de ruime, lichte, centrale hal komen studenten en cliënten samen. Je kunt in de ‘poetsruimte’ je tandenpoetsen, wachten op een bezoek aan een van de vele behandelkamers, of met je mede studenten overleggen, studeren en samen werken.
Nicholas Clarke, docent heritage & architecture aan de TU Delft, opent deze dag. Hij zal de komende module als module expert verbonden zijn aan de NRP Academie. Zijn passie voor erfgoed straalt van hem af en zijn enthousiasme is aanstekelijk. Als Zuid-Afrikaan kwam hij 5 jaar geleden naar Nederland en hij vertelt: "Nederland is een erfgoedland. Verduurzaming van monumenten is heel belangrijk geworden. Dit gebeurt op basis van ‘waarden’ en dat heeft consequenties. Waarden zijn namelijk subjectief. De vraag is nu: Hoe ga je om met die verschillende perspectieven in waarden?”
Als voorbeeld geeft Nicholas het woongebouw de koningsvrouwen van Landlust uit Amsterdam, een Gulden Feniks winnaar in 2012. Koningsvrouwen is een monument omdat men dacht dat het van de architect Kartsen was (was het echter niet). Daar gaf men dus een bepaalde waarde aan. Na een proef met het schoonmaken van de gevel mocht dit vervolgens niet voor het hele gebouw omdat het de ‘waarde’ van het gebouw aantastte en dus is de gevel hetzelfde gebleven. Een tweede gebouw is een naast liggende wijk (identiek maar niet van Merckelbach) is heel anders gerenoveerd, met isolatie en steen strips. Een heel mooi resultaat. De vraag is of hier in de toekomst spijt gaat hebben. Is een ingreep herstelbaar, hoe zijn de details uitgewerkt? Dat is bij verschuivende waardebepaling van belang. ‘Waarden’ zijn door het collectief gedefinieerd en zijn altijd flexibel, dit moeten we aanvaarden. Belangrijk aspect als het gaat om waardestelling: het is niet een som van de onderdelen, maar het gaat om een value statement.
Duurzame ontwikkelingen is ontwikkeling die moeten aansluiten op behoefte van heden zonder vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.(Definitie Bruntlandt, 1987). People, Planet, Prosperity (en dus niet Profit!). Denk bij het verduurzamen van erfgoed aan het duurzaamheidsprincipe: Do as much as is neccesary and as little as possible! Om erfgoed te kunnen waarderen volg je de stappen van: analyse, synthese, evaluatie en waarderen. Nicholas geeft hiervoor een aantal hele bruikbare handvaten.
Bij de transformatie van het gebouw van de faculteit Tandheelkunde heeft architectenbureau Inbo een belangrijke rol gespeeld. Maar daar gaat Bert van Breugel, partner/bestuurder van dit bureau en onze tweede spreker van de dag ons niet over vertellen. Dat doet zijn collega later tijdens de rondleiding. In zijn lezing neemt Bert ons mee in de dilemma’s bij renovatie aan de hand van een andere opgave van Inbo. NHTV heeft het kloostergebouw in Breda gekocht. Dit ligt naast het huidige hoofdgebouw van de Hogeschool. Zo ontstaat de mogelijkheid alle academies plus bestuurs- en stafdiensten op één locatie te realiseren en elkaar te inspireren en kennis uit te wisselen. De vijf academies van NHTV krijgen een herkenbare plek op de campus. Er komt een centrale ontmoetingsplek, waar een belangrijk deel van de gemeenschappelijke activiteiten plaatsvindt. De academies Hotel, Facility en Toerisme verhuizen naar het voormalige klooster. Op de begane grond komen onder meer de mediatheek, een restaurant, winkeltjes en de servicedesk. Het kloostercomplex, dat Maria Mater Dei heet, is in 1952 gebouwd voor de Congregatie van de zusters Franciscanessen ‘Alles voor Allen’. Het pand is eind jaren tachtig verbouwd. Het imposante hoofdgebouw heeft een carrévorm; rondom een grote binnentuin bevinden zich de drie verdiepingen hoge gebouwen. Twee van de bestaande binnenhoven worden overkapt. Zo worden veel meters en een totaal andere beleving aan het klooster toegevoegd. Uitdaging was de renovatie van het bestaande bestuursgebouw. De architect van dit gebouw was het oneens met de plannen van Inbo en begon een rechtszaak. Inbo kon duidelijk maken dat dit gebouw niet meer voldeed aan het nieuwe programma van eisen en zo kon de renovatie doorgaan. Dit hield in dat het gebouw min of meer ‘gedotterd’ is en het nu intern weer goed werkt. Collegezalen zijn verplaats naar de begane grond en het transport door de school is een stuk duidelijker.